Boer Sjors, NCRV Halte 1968

 

Boer Sjors belt me elke zondagochtend op vanuit een telefooncel. “VanderScheer”, roept hij dan, “de eierprijzen zijn weer omhoog gegaan”. Hij woont aan de rand van de grote stad in een oude bouwkeet, tussen de oprukkende industrieën. Heeft geen radio, tv, elektriciteit of stromend water. Boerderij Welgelegen noemt hij het. Het land is van hem. Hij wil niet wijken. Hij onderscheidt de mens in boeren en flatkatten of stadsratten. Politici noemt hij waardeloos en de rest stoffelig. Dokters en ambtenaren hoont hij weg. ’s Maandags staat hij met scharreldescharreleieren op de Noordermarkt. Hij hangt pas op als de wachtenden na anderhalf uur op de telefooncel beginnen te beuken. “Koest”, roept hij dan.

boer_sjors1

 

boer_sjors2