Fakir Sidi Chandra, NCRV Halte 24-2-1968
’s Nachts rijd ik met de fakir Sidi Chandra door het land, op de schnabbeltour, van jeugdhonk naar studendensociëteit. De wierook, de opzwepende oosterse muziek, de etherlucht, hij voert de spanning op, veel koffie drinkend en zestig sigaretten rokend. Hij steekt een priem in zijn tong, aan de andere kant verschijnt een bobbel en de priem komt er uit. Hij steekt hem aan en er komt een lange vlam uit de priem, die is aangesloten op een gasflesje. Chandra komt uit Utrecht en heet van Mierlo. “Wil je eens lachen, mijn hele familie is slager. Hij lacht schor. Zijn hond, naast de haard, schrikt met een kort blafje op en komt dribbelig ruiken. Zijn baas steekt een lucifer aan. Met zijn kop scheef trekt de bokser de hand naar zich toe, likt keurend aan het vuur en hapt de lucifer op.